Het verliezen van een dierbare is een ingrijpende gebeurtenis en gaat meestal samen met complexe emoties en nieuwe uitdagingen.
Als iemand verdrietig is, wil je die persoon troosten, zodat hij of zij minder verdrietig is. Maar is dit wel altijd nodig of mogelijk?
Rouwen is een werkwoord. Rouwdeskundige Manu Keirse omschrijft vier rouwtaken; de realiteit onder ogen zien, de pijn van het verlies ervaren, je aanpassen aan een leven zonder de ander en opnieuw leren genieten terwijl je de herinnering bewaart.
De rouwtaken geven houvast en inzicht in een rouwproces. Maar iedereen rouwt anders. Ook staat er geen tijd voor. Sterker nog, het gaat nooit helemaal over. Keirse spreekt niet over rouw verwerken, maar verweven in je leven. Loslaten is anders leren vasthouden.
Iemand troosten betekent dan ook iemand de ruimte geven om het verdriet op eigen wijze te ervaren. Je laat zien dat het oké is om verdrietig te zijn en te rouwen, zelfs als dit niet op een rustige manier gaat of je het niet (meer) verwacht. Je zet mensen zo in hun kracht om verder te kunnen. En daarmee geef je hele waardevolle troost.
Hoe dan?
• Luister. Rouwenden willen gehoord worden zonder raad of advies. Wees een van de weinigen die, telkens weer, echt luistert.
• Zeg liever dat je niet weet wat je moet zeggen, dan niets te zeggen.
• Bied praktische hulp. Breng een maaltijd, help met klusjes of de boodschappen. Of iets anders waar de rouwende behoefte aan heeft.
• Wees begripvol. Rouwenden hebben het niet makkelijk en zijn niet altijd makkelijk om mee om te gaan. Heb geduld en bespreek dit.
• Houd de overledene levend. Door zijn of haar naam te laten klinken en verhalen over de overledene te blijven vertellen. Benoem het gemis. Herdenk de overledene op speciale dagen. Elk jaar weer.
• Rouwconcurrentie bestaat niet. Vergelijk niet, zeg niet dat het nog erger had gekund. Rouw en verlies is voor iedereen heel persoonlijk.
• Hou vol. Neem initiatief, wacht niet op het initiatief van de ander. En bedenk, het is een proces zonder duidelijk omschreven tijdpad of doel. Het is geen probleem dat opgelost moet worden.
Zelftroost
• Blijf praten. Zijn er mensen in je omgeving waar je naartoe kunt met je verdriet en je verhaal, keer op keer? Hou je van schrijven, schrijf!
• Zorg goed voor jezelf. Rouwen kost veel energie. Pak genoeg rust, eet gezond en ga naar buiten. Gun jezelf ontspanning en verwenning.
• Luister naar je gevoel. Doe wat goed voelt. Ook al lijkt het raar of vind je dat het genoeg is geweest. Het is jouw proces. Heb geduld.
• Voel je nooit schuldig over wat je doet of voelt. Wanneer je weer eens lekker hebt gelachen. Of gewoon een fijne dag hebt gehad.
• Alles mag troosten. Alles waar jij troost uit haalt is goed. Dus ook een veertje of die ene vlinder. Of het gevoel dat iemand nog bij je is.
• Tranen zijn er om gehuild te worden. Het is een paradox, maar hoe meer pijn en verdriet, hoe meer liefde. De liefde is wat overblijft.
• Aanvaard hulp. Mensen om je heen willen graag helpen. Soms zeggen ze niet altijd wat je wilt horen. Zij vinden het ook lastig, wees niet te streng. Aarzel niet om naar de huisarts te gaan als je vastloopt.